Knorpot loopt al een hele druilerige grijze ochtend te ijsberen op de boerderij. Het regent soms stevig en het is koud buiten. Hij heeft zijn handen diep in de zakken en zijn nek en hoofd laat hij diep in zijn schouders zakken. Als hij binnenkomt en zijn jas uittrekt en Meisje hem een espresso maakt, gaat hij zitten aan de verweerde tafel waar Dichter zit en hij zegt dat die over de vogels moet schrijven want dat het erg gesteld is.
"Ik vind geen mussen", zegt Knorpot. "Ze hebben hier alles. Het dichte struikgewas in de stilte en de beschutting naast het huis, waar niemand komt, er is hooi en stro. De paardenstront zit vol zaden. De emmers op de weide zitten vol water en als het regent staan er plassen op de wiedes en is er modder. En toch zijn er amper mussen. Ik heb er vandaag geen gezien. En zwaluwen? Open paardenstallen met hoog nok, open hooischuren, overhangende daken op het Zuiden. Modder. Vliegjes en muggen in overvloed. Modder en stro en hooi om nesten te bouwen. Maar geen zwaluwen. En dan zijn er de leeuweriken. In de velden zaten er in mijn jeugd honderden. Net als op de boerenhoven die hier stonden zwaluwen zaten en duizenden mussen. De leeuweriken stegen ten hemel in de brandende zon. Ik krijg kiekevel als ik eraan denk. Ik ruik de geuren uit mijn jeugd. Lig in het hoge gras. Ik kijk hoe dat kleine vogeltje zingend stijgt tot in de zon."
Dichter zit en luistert en ze drinken koffie en thee en de ochtend is grijs en kil en buiten regent het. De lucht is laag.
Sent via BlackBerry offered by Proximus
Geen opmerkingen:
Een reactie posten