dinsdag 5 juni 2012

Aan een steen zijn veel hoeken en kanten

De zon is onverwacht doorheen de wolken gebroken en kan de polder nog wat warmte geven. Dichter en Zakenman zitten achterin de tuin en drinken de lavende warmte en witte wijn.
Zakenman praat samenzweerderig als steeds en Dichter luistert, ook als steeds als Zakenman praat. Dichter voedt zich met de zielloosheid van Zakenman omdat het zijn eigen weke zieltje componseert.
"Ik vertelde je ooit hoe je best liegen kon. Door keihard te ontkennen. Maar er is een tweede methode", zegt Zakenman, "Eentje die veel geslepener is. Die van de gesluierde leugen. Je verbergt een lelijke leugen met de schone fijngeweven sluier van de waarheid. Je vertelt precies die delen die je vertellen wil en die na te trekken zijn en waar. En dan durven mensen niet dieper te graven, want dat is genant achterdochtig. En als ze toevallig toch delen van de gesluierde leugen ontdekken, omdat het hen komen toegewaaid, schamen ze zich, want het lijkt alsof ze de waarheid die hen verteld werd niet wilden geloven. Het schitterende aan deze taktiek is dat je het schuldgevoel bij de ander legt. En dat is een erg hoge drempel. Want het werkt op de ziel. Het geweten. De onschuldige die zich schuldig voelt.'

Zakenman grijnst en lacht verfijnd. Als een vos met streken.

Knorpot is er bij komen staan en ook Boerken en Knorpot zegt dat hij dat kent en dat hij jammer genoeg daar een extra zintuig voor heeft en dat als hij zo'n sluierwaarheid te horen krijgt hij meteen gaat zoeken en graven naar de leugen die verborgen wordt gehouden en dat hij op de duur geen waarheid meer gelooft en dat dat vreselijk is en onmenselijk en koud en kil en dat hij, als hij dan een keer niet wil graven en gewoon geloven wil, de leugen hem aan komt waaien door een of ander toeval, alsof het ijzerstof is en hij een magneet en dat hem dat knorrig maakt en nukkig en iemand die nergens meer in geloven kan en niemand meer geloven kan.

"Dat is erger dan zielloos zijn" zegt het Stille Meisje dat is komen aanzweven langs de trage stroom en die praat als het ruisen van de zee en fluistert als het ritselen van de bomen.

Boerken zegt dat aan een steen veel hoeken en kanten zijn, en dat een ronde kei het ergste is, want dat daar alles hoek en kant is en niets en Dichter die het begrijpt zegt "Zoals er veel waarheden zijn."

Zakenman, alert en scherp als steeds, zegt: "En er dus per definitie geen waarheid is."

Het meisje fluistert als het ritselen van de bomen en Knorpot kijkt over de polder zonder te zien en Boerken luistert zonder te horen en Zakenman praat zonder iets te vertellen en het leven kabbelt verder zonder richting, nergens heen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten