Boerken komt natgeregend binnen en stinkt naar natte hond en mest en de zoete overrijpe geur van voordroog en hij bibbert van de kou.
Knorpot kijkt naar buiten en binnen brandt licht en omdat het buiten zo grauw is en donker overdag, is de ruit een spiegel en ziet Knorpot een oude man zitten met te lange haren die grijs worden en een grijze baard en dikke plooien om de ogen en scherpe lijnen om zijn mond en hij schrikt van zichzelf.
Dichter zit diep in het Donker Kot te schrijven bij het licht van een kreupele en scheve tafellamp met groene kap en het groenige licht geeft hem iets spookachtig doorzichtig. Als papier.
Het Stille Meisje zit stil te lezen in de biografie van Van Gogh en ze heeft oortjes in en op haar schoot ligt een Ipod en ergens klopt dat beeld niet.
De regen drijft hen binnen, samen in het Donker Kot, maar ze zijn ver van elkaar, elk in zijn eigen wereld met de eigen symbolen en tekens en woorden en taal.
Niemand zegt wat en niemand hoeft te luisteren of te doen alsof. Elk het eigen leven en ze vinden het goed zo.
Knorpot bedenkt hoe het is. Mensen die elkaar uit het oog verliezen. Eerst mindert het. Ze gebruiken steeds minder hun gezamelijke symbolen en tekens en woorden en taal. Soms merkt de ene dat wel, maar de ander niet. En als die ene probeert de kloof te dichten, leidt dat precies tot het omgekeerde. De ander gaat zich nog sneller afsluiten van de wereld die ze samen hadden. Tot ze elkaars wereld niet meer herkennen. Knorpot vloekt inwendig omdat hij het voelde komen en er tegen vocht en daarmee tijd heeft weggegooid.
Hij staart naar buiten en telt de regen.
Knorpot overdenkt de dingen en in hem gist de etter uit vele wonden en littekens en schrammen en krassen en kookt steen tot lava. Ik ben Napels, denkt hij.
De wolken hangen laag en zijn weer duizend keer grijs in alle kleuren.
Boerken stinkt en drinkt koffie en zwijgt mokkend. In zijn hoofd draalt een God die goed kent en slecht en de waarheid en de leugen, maar die niet oordeelt en die zwijgzaam is en eenzaam.
Knorpot kijkt naar de bomen en het gras en de wolken en telt de regen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten