donderdag 14 juni 2012

Niet denken wat gedacht wordt





Iemand zit in een hotellobby in een Zuideuropese stad en schrijft verhalen op een ipad. De lobby is hoog, donker en koel. Er valt geen zonlicht binnen. Open liften gaan op en neer en brengen mensen van boven naar beneden en omgekeerd. Niemand kijkt niemand aan. Buiten weegt de hitte op de stad als een loden schild. Mensen worden loom. Elke beweging wordt zwaar. Je zet vier stappen en je hemd kleeft aan je rug.

Iemand zit op een groot plein dat trilt in de zinderende zon. De duiven landen op de kasseistenen en schroeien hun poten. De mensen op het plein verpulveren tot stof van de hitte. Woorden worden zeepbellen en iemand prikt ze stuk. Iemand eet amper en drinkt koele witte wijn en denkt aan morgen en later en wordt stil en in zichzelf gekeerd. iemand is niemand.

Door de straten brommen jonge en uitgelaten jongeren op scooters, ze lachen en roepen. Op de pleinen in de schaduw babbelen mensen en ze delen lief en leed. Iemand kijkt en is stil.

Over de daken van de stad is het nacht en de hitte is blijven hangen in de straten en op de balkons en in de parken die nu stil zijn en leeg. Iemand zit buiten en kijkt over de stad en veegt het zweet van het voorhoofd en denkt en denkt en denkt en wil dat denken in woorden zetten en de woorden blijven weg. De bomen van het park zijn zwart als kokende inkt. Iemand eet koude pizza en drinkt liters water. De nacht is lang en eenzaam.

Iemand ligt wakker en kijkt en wil niet denken wat gedacht wordt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten