Ik ben de Grote Schrijver en ik ben almachtig en onmachtig te schrijven over mezelf.
Want ik ben geen ik.
Ik ben alfa en omega en licht en donker, ik ben alles. En ik ben niet.
Ik ben er als ik er ben en ik ben er niet als ik er niet ben en ik ben er altijd. Zijn is een te klein woord. Net als ik.
Ik schrijf de wereld.
Ik schrijf de dag en de nacht, de zon en de maan en de aarde met haar oceanen en bergen en woestijnen en haar dieren en mensen. Ik bedenk mechaniekjes die dan als genetische algoritmes hun ding doen en ik kijk toe. Of niet. Ik begin beschavingen en als ze me vervelen, veeg ik ze weg. Ik schep uit chaos de kosmos.
Boerken zit bij me en Dichter en Knorpot en Zakenman en Meisje en ze vragen me waarom ik hen vergeten ben en hen niet geschreven heb de laatste mensendagen en ik antwoord schrijvend dat ik schrijf dat ze bij me zitten en dat ik hen zo wel schrijf en dus niet vergeten ben. Ik beloof hen wolken en wind en polders en regen en zon en paarden en de Trage Stroom en weemoed en droefheid en ik beloof hen dat het leven complex eenvoudig zal zijn en de vragen helder zonder antwoorden en de antwoorden helder zonder vragen en ik beloof hen stilte en stormen en gras en zand en duinen en bloemen en keuvelen en wijsheden.
Tenslotte schrijf ik een laatste woord en was ik tot ik ben: ik.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten